Articolo 11 bis Audizione tramite videoconferenza degli imputati e persone assimilate Gli Stati membri possono applicare, a loro discrezione, le disposizioni di cui all'articolo 10 relative all'utilizzazione della videoconferenza , se del caso e con il consenso delle competenti autorità giudiziarie, alle audizioni di imputati, coimputati e persone indagate .
Artikel 11 bis Verhoor van verdachten en daarmee gelijkgestelde personen per videoconferentie De lidstaten mogen, waar nodig en met instemming van hun bevoegde rechterlijke autoriteiten, de bepalingen van artikel 10 met betrekking tot het gebruik van videoconferenties toepassen op verhoren van beschuldigden, medebeschuldigden of verdachten .