13. sottolinea che le misure del second
o pilastro, come le indennità compensative, i premi agroambientali, gli aiuti agli investimenti individuali o collettivi per la pro
duzione, la trasformazione e la commercializzazione, gli aiuti per l'avviamento di attività di giovani agricoltori, gli aiuti alla qualità, alla diversificazione, all'innovazione e alla cooperazione (anche con le autorità locali) assumono un'importanza notevole per una produzione di latte sostenibile in queste zone; chiede pertanto che agli Stati membri e alle region
...[+++]i siano assicurati il quadro normativo, il livello di finanziamenti e la libertà d'azione necessari per la concessione di indennità compensative adeguate e fortemente differenziate e che siano promosse le forme ecocompatibili e sostenibili di agricoltura e agricoltura biologica; chiede altresì che i costi di investimento più elevati per la produzione del latte, sostenuti nelle zone di montagna e nelle regioni ultraperiferiche in virtù delle caratteristiche particolari del terreno, della perifericità di tali regioni, dell'elevata frammentazione degli appezzamenti e della discontinuità geografica delle isole, siano adeguatamente compensati nel quadro del secondo pilastro della PAC; 13. onderstreept dat de maatregelen in het
kader van de tweede pijler, zoals compenserende vergoedingen, landbouwmilieupremies, individuele of collectieve investeringssteun voor de productie, verwerking en verkoop, steun voor de vestiging van jonge landbouwers, steun voor kwaliteit, diversificatie, innovatie en samenwerking (waaronder met lokale gemeenschappe
n) van groot belang zijn voor een duurzame melkproductie in deze gebieden; dringt derhalve erop aan dat aan de lidstaten en de regio's het rechtskader, het financieringsniveau en
...[+++] de nodige speelruimte worden gegund voor de toekenning van toereikende en sterk gedifferentieerde compenserende vergoedingen, en voor de bevordering van milieuvriendelijke, duurzame en organische landbouwvormen; dringt bovendien erop aan dat de hogere investeringskosten voor de melkproductie, die ontstaan door de bijzondere aard van de berggebieden en de ultraperifere gebieden, door het afgelegen karakter van deze regio's, de sterke versnippering van de percelen en door het gebrek aan geografische continuïteit van de eilanden, in het kader van de tweede pijler van het GLB naar behoren worden gecompenseerd;