27. benadrukt dat de Commissie niet moet worden gezien als de zesentwintigste donor van de EU; in plaats daarvan moet in overleg worden bepaald welke toegevoegde waarde de communautaire hulp moet hebben, waarbij met name aandacht moet worden geschonken aan de mogelijkheden voor verbetering van de coördinatie, complementariteit en samenhang, de schaal van de communautaire hulp, de neutrale uitstraling van de Commissie, haar werk op het gebied van behoorlijk bestuur, democratie en mensenrechten, haar rol als mondiale speler, haar potentiële rol als intellectueel middelpunt van het Europese ontwikkelingsbeleid, enz.;
27. souligne que la Commission ne saurait être considérée comme le 26 donateur de l'Union; estime qu'il s'agirait plutôt de déterminer et de se mettre d'accord sur la valeu
r ajoutée de l'aide communautaire en accordant une attention particulière aux possibilités de renforcement de la coordination, de la complémentarité et de la cohérence, l'ampleur de l'aide communautaire, l'image de neutralité de la Commission, son action dans le domaine de la gouvernance, de la démocratie et des droits de l'homme, son rôle en tant qu'acteur mondial et son rôle potentiel en tant que centre intellectuel de la politique de développement de l'Union, etc.;
...[+++] 
