Quarto motivo, invocato in ulteriore subordine, vertente su una violazione dell’articolo 108, paragrafo 2, TFUE, dell’articolo 14, paragrafo 1, del regolamento (CE) n. 659/1999 e del principio del legittimo affidamento, nella misura in cui l’affidamento che le ricorrenti potevano legittimamente nutrire nella legalità della misura osterebbe a che la Commissione esiga il recupero dell’aiuto.
Vierde, meer subsidiair aangevoerd middel, ontleend aan schending van artikel 108, lid 2, VWEU en artikel 14 van verordening (EG) nr. 659/1999 en van het beginsel van het gewettigd vertrouwen, voor zover het vertrouwen dat de verzoekende partijen legitiem in de rechtmatigheid van de maatregel mochten hebben, eraan in de weg staat dat de Commissie terugvordering van de steun eist.