9. vraagt dat de Commissie kaste erkent als een specifieke vorm van discriminatie in de maatschappelijke en/of religieuze context, die net als andere vormen van discriminatie – d.w.z. op grond van etnische origine, ras, afkomst, godsdienst, geslacht en seksuele gerichtheid – in het kader van het EU-beleid inzake discriminatie moet worden bestreden; vraagt de EU mensen die op grond van hun kaste worden gediscrimineerd, in haar beleid en programma's als een identificeerbare groep in aanmerking te nemen;
9. Calls on the Commission to recognise caste as a distinct form of discrimination rooted in the social and/or religious context, which must be tackled together with other grounds of discrimination, i.e. ethnicity, race, descent, religion, gender and sexuality, in EU efforts to fight all forms of discrimination; calls for the EU, in its policies and programmes, to consider people affected by caste-based discrimination as an identifiable group;