20. osserva che la maggior parte degli investimenti in "economia verde" (maggiore efficienza energetica degli immobili, energie rinnovabili, trasporti pubblici) hanno il potenziale di innescare un triplice vantaggio: creare occupazione, ridurre l'impatto sul clima e la dipendenza energetica dell'UE e dare all'industria europea il vantaggio di compie la prima mossa rispetto ad altre regioni del mondo che devono ancora prendere l'iniziativa e far fronte alla prossima rivoluzione industriale, che sarà una rivoluzione verde;
20. wijst erop dat de meeste investeringen in "groene economie" (renovatie van gebouwen met het oog op energiebesparing, hernieuwbare energie, openbaar vervoer) een drieledig effect op werkgelegenheid, klimaatbescherming en energieafhankelijkheid kunnen hebben en de Europese industrie een concurrentievoordeel kunnen opleveren ten opzichte van andere regio's van de wereld die daartoe nog niet het initiatief hebben genomen;