Pur essendo cresciuti nel corso del tempo, i tassi di attività femminile mostrano ancora un notevole divario rispetto ai tassi di attività maschile, pari a 11,7 punti percentuali nel primo trimestre del 2014 (i tassi corrispondenti per gli uomini e le donne erano, rispettivamente, del 77,9 % e del 66,2 %).
Hoewel de participatiegraad van vrouwen is toegenomen, gaapt er nog steeds een aanzienlijke kloof tussen mannen en vrouwen: 11,7 procentpunten in het eerste kwartaal van 2014 (de percentages voor mannen en vrouwen bedroegen respectievelijk 77,9 % en 66,2 %).