essere in possesso di un passaporto o di un documento di viaggio validi; essere in possesso di un visto Schengen valido, se richiesto – un permesso di soggiorno rilasciato da uno Stato membro Schengen equivale a un visto Schengen; disporre di mezzi di sussistenza sufficienti per il soggiorno; non essere segnalato ai fini della non ammissione; non essere considerato pericoloso per l'ordine pubblico, la sicurezza nazionale, la salute pubblica o le relazioni internazionali.
In het bezit zijn van een geldig paspoort of reisdocument; Een geldig Schengenvisum hebben, indien nodig; – een verblijfsvergunning die is afgegeven door een Schengenlidstaat geldt ook als Schengenvisum; Over voldoende middelen beschikken voor het geplande verblijf; Niet gesignaleerd staan als iemand die de toegang moet worden geweigerd; Niet worden beschouwd als een bedreiging van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid of internationale betrekkingen.