Inoltre, ai punti 82 e 81 rispettivamente delle sentenze T‑109/08 e T‑110/08, il Tribunale ha dichiarato che, quanto all’argomento attinente al fatto che nessuna delle illustrazioni di bottiglie di spumante richiamate nelle decisioni controverse
rinvierebbe ad una bottiglia commercializzata all’epoca in cui è stata chiesta la registrazione dei marchi, era sufficiente rilevare che tale argomento era inefficace, dato che la commissione di ricorso dell’UAMI aveva correttamente sottolineato, in tali decisioni, che «non esist[eva] alcun precedente di imprese vinicole che
[avessero] offerto vino ...[+++] al pubblico in bottiglie prive di scritte, facendo unicamente o principalmente affidamento sull’aspetto formale della bottiglia quale indicatore dell’origine industriale o commerciale del prodotto».
Bovendien heeft het Gerecht in respectievelijk de punten 82 en 81 van de arresten T‑109/08 en T‑110/08, geoordeeld ten aanzien van het feit dat geen van de afbeeldingen van de flessen die in de litigieuze beslissingen werden genoemd een weergave waren van flessen die in de handel waren ten tijde van de inschrijvingsaanvraag, dat het volstond op te merken dat dit argument niet kon slagen daar de kamer van beroep van het BHIM terecht in haar beslissingen had benadrukt dat „er geen
precedent [was] van wijnbouwbedrijven die het publiek wijn hadden aangeboden in flessen zonder opschriften, en daarbij enkel of hoofdzakelijk vertrouwden op de v
...[+++]erschijningsvorm van de fles als aanwijzing voor de industriële of commerciële herkomst van het product”.