Pur evitando di sottostimare il potenziale delle tecnologie che consentono economie di manodopera, l'eventualità che la crescita di produttività raggiunga i livelli sopra menzionati risulta discutibile, se si considerano le tendenze passate: per il gruppo EU-15, la produttività del lavoro è cresciuta in media del 4,5 per cento negli anni Sessanta, del 2,5 per cento negli anni Settanta e del 2 per cento negli anni Ottanta, prima di subire un calo tendenziale e stabilirsi intorno all'1,2 per cento.
Hoewel de mogelijkheden die arbeidsbesparende technologieën bieden niet mogen worden onderschat, kan toch een vraagteken worden geplaatst bij de mogelijkheden voor de productiviteitsgroei om het genoemde niveau te halen, vooral wanneer men rekening houdt met de volgende recente tendensen: in de EU van de 15 is de arbeidsproductiviteit in de jaren 60 gemiddeld met 4,5% gestegen, in de jaren 70 met 2,5%, in de jaren 80 met 2%, om dan terug te vallen op 1,2%. De impact die de dalende werkgelegenheid en de vergrijzing van het personeelsbestand op de productiviteit hebben, zal niet noodzakelijk positief zijn.