1. esprime preoccupazione, in primo luogo, per la crescita persistentemente lenta in Europa dal 2002, che nella zona euro ha registrato solo una graduale accelerazione dallo 0,6% nel 2003 all"1,3% nel 2005, in contrasto con il tasso di crescita degli Stati Uniti del 3,5% nel 2005 e con il rilancio dell'economia giapponese dovuto alla domanda interna finale privata; in secondo luogo, per il tasso di disoccupazione persistentemente elevato del 9% nell'UE-25 e dell"8,1% nell'UE-15 e, in terzo luogo, per il divario tra prodotto effe
ttivo e potenziale (output gap), attualmente al -1% del PIL, che dimostra che la crescita economica dell'UE ri
...[+++]mane sostanzialmente al di sotto del potenziale a lungo termine, limitata da rigidità strutturali, da una domanda interna debole e dalla mancanza di un giusto equilibrio nel mix delle politiche macroeconomiche; sottolinea che il potenziale di crescita dell'economia europea continua ad essere eccessivamente basso, collocandosi intorno al 2%, che è una percentuale molto più bassa di quella registrata in altre parti del mondo; ritiene che questo potenziale di crescita sia insufficiente per creare nuovi posti di lavoro e ridurre l'indice di disoccupazione o per sviluppare l'UE-25; 1. uit in de eerste plaats zijn bezorgdheid over de aanhoudend trage groei in Europa sinds 2002, die in de eurozone slechts langzaam van 0,6% in 2003 naar 1,3% in 2005 is gestegen, in tegenstelling tot het Amerikaanse groeicijfer van 3,5% in 2005 en de wederopleving van de Japanse economie onder invloed van de toenemende binnenlandse vraag van privé-eindgebruikers; is in de tweede plaats bezorgd over de aanhoudend hoge werkloosheidsgraad van 9% in de EU-25 en van 8,1% in de EU-15 en in de d
erde plaats over de outputkloof van momenteel -1% van het BBP, wat erop wijst dat de economische groei in de EU beduidend onder zijn potentieel op la
...[+++]nge termijn blijft als gevolg van de structurele inflexibiliteit, de zwakke binnenlandse vraag en het gebrek aan een goed evenwicht in de macro-economische beleidsmix; benadrukt dat het groeipotentieel van de Europese economie extreem laag blijft, ongeveer 2%, wat veel lager is dan elders in de wereld; is van mening dat dit groeipotentieel onvoldoende is voor het scheppen van arbeidsplaatsen en het terugdringen van de werkloosheid of voor de ontwikkeling van een uitgebreide Unie;