14. denuncia l'impatto negativo della politica dell'UE in materia di biocarburanti sull'accaparramento delle terre nell'Asia meridionale, nell'ambito della quale gli Stati membri hanno un ruolo decisivo nella rapida espansione della produzione di olio di palma (in particolare in Indonesia e Malaysia), il che porta all'espropriazione e/o all'annessione forzata delle popolazioni povere rurali nelle piantagioni di palma da olio; al contrario, ritiene essenziale sostenere, nel contesto degli aiuti allo sviluppo, i diritti alle risorse della terra dei meno abbienti nei paesi in via di sviluppo, sulla base di un approccio basato sui diritti;
14. hekelt de negatieve weerslag van het EU-beleid inzake biobrandstoffen op de landroof in Zuid-Azië, aangezien EU-lidstaten de drijvende kracht zijn achter de snelle uitbreiding van de palmolieproductie (met name in Indonesië en Maleisië) hetgeen leidt tot onteigening en/of de nadelige inlijving van de armen op het platteland in de palmolieproductie; acht het daarentegen van essentieel belang om in het kader van de ontwikkelingshulp de landrechten van de armen in ontwikkelingslanden te steunen op basis van een op rechten gebaseerde benadering;