Nell’imporre prezzi di accesso orientati ai costi, le ANR possono continuare
ad applicare anche dopo il 31 dicembre 2016 la metodologia di determinazione di costi che util
izzavano al momento dell’entrata in vigore della presente raccomandazione, se tale metodologia risponde agli obiettivi della metodologia raccomandata di determinazione dei costi, di cui ai considerando da 25 a 28, e soddisfa i criteri seguenti: i) se non propone un modello di rete NGA, riflette il passaggio graduale da una rete in rame a una rete NGA; ii) applica un
...[+++] metodo di valutazione degli asset che tenga conto del fatto che talune infrastrutture civili non sarebbero replicate nel processo concorrenziale; iii) è accompagnata da proiezioni documentate dei prezzi della rete, indicante che tali prezzi non subiranno fluttuazioni significative e che, pertanto, rimarranno stabili nel lungo termine e che la metodologia alternativa risponde all’obiettivo di trasparenza e prevedibilità della regolamentazione, come pure all’esigenza di garantire la stabilità dei prezzi; e iv) per soddisfare i primi tre criteri, richiede soltanto modifiche minime rispetto alla metodologia di determinazione dei costi già in essere nello Stato membro considerato.Indien nri’s kostengeoriënteerde toegangsprijzen opleggen, kunnen zij de kostenmethodologie die zij bij de i
nwerkingtreding van deze aanbeveling gebruiken, na 31 december 2016 blijven toepassen, indien deze voldoet aan de doelstellingen van de aanbevolen kostenmethodologie als vastgelegd in de overwegingen 25 tot en met 28, en aan de volgende criteria: i) als er geen NGA-netwerk wordt gemodelleerd, moet er een geleidelijke overgang van een kopernetwerk naar een NGA-netwerk worden ingebouwd; ii) er moet voor een methode voor waardebepaling van activa worden gezorgd waarbij er rekening mee wordt gehouden dat bepaalde civieltechnische acti
...[+++]va in het mededingingsproces niet worden gedupliceerd; iii) er dienen begeleidende ramingen te worden bijgevoegd die aantonen dat de kopernetwerkprijzen niet aan grote schommelingen onderhevig zullen zijn en dus op lange termijn stabiel zullen blijven, en dat de alternatieve methodologie voldoet aan de doelstelling van transparantie en voorspelbaarheid van de regelgeving alsmede voor prijsstabiliteit zorgt; en iv) er mogen slechts minimale aanpassingen aan de bestaande kostenmethodologie in die lidstaat nodig zijn om aan de eerste drie criteria te voldoen.