La membrana del microfono è rivolta verso la strada e il centro del microfono si trova 790 mm sopra il punto di riferimento del sedile descritto nell’allegato III, e 150 mm davanti allo stesso. Deve essere evitata un’eccessiva vibrazione del microfono.
Het membraan van de microfoon moet in de rijrichting wijzen en het midden van de microfoon moet zich bevinden op 790 mm boven en 150 mm vóór het referentiepunt van de zitplaats, beschreven in bijlage III. Overmatige trilling van de microfoon moet worden vermeden.