A cette fin, j'ai communiqué à l'AGCD les principes généraux suivants pour notre programme d'aide alimentaire, quel que soit le canal retenu : - l'aide alimentaire ne doit pas
concurrer les pro- duits locaux, ni porter préjudice de quelque manière que ce soit à la production vivrière des pays bénéficiaires; - aussi est-il nécessaire d'évaluer de façon plus pré- cise les besoins alimentaires des divers pays que l'on entend aider afin de définir plus exactement a) si un pays est déficitaire; b) les denrées alimen- taires dont il a besoin; c) la meilleure utilisation de l'aide fournie; dans ce cadre, il serait opportun d'envisager de li
...[+++]miter les envois en nature et de choisir des modalités d'exécution pragmatiques (soutien à balance des paiements ou rembourse- ment de salaires locaux pour des travaux, des achats locaux, des actions triangulaires, des fonds de contrepartie, et cetera); - les activités de soutien devraient contribuer à un développement durable, compte tenu de l'environ- nement et des contraintes sociologiques, notam- ment le rôle des femmes; - l'aide alimentaire devrait être au maximum inté- grée dans l'aide financière au développement et encourager les pays à entreprendre les réformes de politique agricole qui s'avéreraient nécessaires; dans ce cas, il faudrait l'envisager sur une base pluriannuelle; - l'aide alimentaire devrait faire l'objet, dans la mesure du possible, d'évaluations plus systémati- ques; une participation à des évaluations conjoin- tes dans le cadre de la CEE devrait être envisagée chaque fois que le pays ou le programme présente un intérêt pour notre coopération.Ik heb het ABOS dan ook de volgende algemene beginselen voor het Bel- gisch voedselhulpprogramma, ongeacht het gekozen kanaal, meegegeven : - de voedselhulp mag niet concurreren met lokale produkten, noch nadeel berokkenen aan de voed- selproduktie van de begunstigde landen; - de voedselbehoeften van
de te helpen landen die- nen preciezer te worden onderzocht teneinde exacter te bepalen a) of een land deficitair is, b) welke levensmiddelen het nodig heeft, c) het beste gebruik van de geleverde hulp. In dit kader is het opportuun te overwegen om de zendingen in natura te beperken en te kiezen voor pragma- tische uitvoeringsmodaliteiten (
...[+++]steun aan de beta- lingsbalans of uitbetaling van lokale lonen voor werken, lokale aankopen, driehoeksacties, het genereren van tegenwaardefondsen, enzovoort); - de ondersteunende activiteiten dienen bij te dragen tot een duurzame ontwikkeling, rekening houdend met het leefmilieu en de sociologische contraintes, met name de rol van de vrouw; - de voedselhulp dient maximaal te worden geïnte- greerd in de financiële ontwikkelingshulp en de landen aan te moedigen om hervormingen van het landbouwbeleid aan te gaan, indien deze noodza- kelijk blijken.
