30. ritiene che il sostegno ai paesi in via di sviluppo nella creazione di strutture istituzionali a livello centrale e periferico, anche facendo ricorso al decentramento ai fini della creazione e responsabilizzazione di una classe dirigente e amministrativa, nel buongoverno e in materia di amministrazione, ivi compreso il controllo dell'utilizzo dei fondi pubblici, rappresenti un elemento fondamentale del contributo dell'UE allo sviluppo sostenibile e alla lotta organizzata contro la povertà, basata su una pianificazione a lungo termine;
30. beschouwt steun aan ontwikkelingslanden bij de capaciteitsontwikkeling van instituties (op centraal en perifeer niveau, o.a. door gebruik te maken van decentralisatie voor het instellen van en verantwoordelijkheid geven aan een categorie van leiders en beheerders), en de verbetering van beheer en bestuur, waaronder toezicht op het gebruik van overheidsfondsen, als een fundamenteel aspect van de bijdrage die de EU levert aan een duurzame ontwikkeling en een georganiseerde armoedebestrijding op basis van een planning op lange termijn;