La Corte sottolinea innanzi tutto che una normativa nazionale, in base alla quale la circostanza che un lavoratore raggiunga l’età fissata per il pensionamento obbligatorio comporta automaticamente la cessazione ex lege del rapporto di lavoro dell’interessato, incide sulla durata del rapporto di lavoro che vincola il lavoratore ed il suo datore di lavoro, nonché, in maniera più generale, sull’esercizio da parte del lavoratore interessato della propria attività professionale, impedendone la partecipazione futura alla vita attiva.
Het Hof onderstreept allereerst dat een nationale regeling, volgens welke het bereiken door de werknemer van de voor gedwongen pensionering vastgelegde leeftijd automatisch meebrengt dat zijn arbeidsverhouding van rechtswege wordt beëindigd, van invloed is op de duur van de arbeidsverhouding tussen de werkgever en zijn werknemer, en meer in het algemeen op de uitoefening door de betrokken werknemer van zijn beroepsactiviteit, door hem te beletten om in de toekomst deel te nemen aan het arbeidsproces.