2.6 La structure, le système de commande et de contrôle de l'ensemble des équipements du train, l'ensemble des sous-systèmes qui composent les différentes structures des véhicules ferroviaires et
qui comprennent les dispositifs de captage du courant,
les équipements de traction et de transformation de l'énergie, de freinage, d'accouplement, les organes de roulement (bogies, essieux) et la suspension, les portes, les interfaces entre l'homme (conducteur, personnel à bord
et passagers) et la machine ...[+++], les dispositifs de sécurité passifs ou actifs et les dispositifs nécessaires à la santé des passagers et du personnel à bord ainsi qu'à la prise en compte adéquate des personnes handicapées et à mobilité réduite.De structuur, het besturingssysteem van de gehel
e uitrusting van de trein, het geheel van subsystemen waaruit de diverse
spoorwegvoertuigen zijn samengesteld, inclusief de stroomafnemers, de tractie-eenheden en transformatoren, het remsysteem, koppeling, loopwerk (draaistellen, assen) en ophanging, deure
n, interface tussen mens (bestuurder, treinperson
eel, passagiers) en machine ...[+++], passieve en actieve beveiliging, de nodige voorzieningen voor de gezondheid van passagiers en treinpersoneel en om adequate aandacht te besteden aan gehandicapten of personen met beperkte mobiliteit.