MM. Vandenberghe et Caluwé déposent un amendement subsidiaire à leur amendement nº 10 (doc. Sénat, nº 2-777/2, amendement nº 11), par lequel ils suggèrent de compléter l'article 9, § 1, alinéa 3, proposé, par la disposition suivante : « Dès que les régions auront fait usage de leur compétence prévue à l'article 6, § 2, alinéa 1, 4º, les assiettes des impôts afférentes aux compétences des régions ne pourront plus être modifiées par l'autorité fédérale qu'avec l'accord des régions».
De heren Vandenberghe en Caluwé dienen een subsidiair amendement in op hun amendement nr. 10 (stuk Senaat, nr. 2-777/2, amendement nr. 11), waarin ze voorstellen het voorgestelde artikel 9, § 1, derde lid, aan te vullen met de volgende bepaling : « Zodra de gewesten gebruik hebben gemaakt van hun bevoegdheid vermeld in artikel 6, § 2, eerste lid, 4º, kunnen de belastinggrondslagen die verbonden zijn met de bevoegdheden van de gewesten door de federale overheid nog slechts worden gewijzigd met instemming van de gewesten. »
